Eigenlijk was het gras te lang, maar maaien zat er niet in. Dus de gok genomen, frezen zonder te maaien. Op 7 mei gaat het zaad erin. Er zit nog iets van vocht in de grond, maar veel is het niet. En dan blijft het heel lang droog. Het gras en veel ongewenste pioniersplanten komen wel op. Ik heb er een hard hoofd in. Komt dit goed? Het is onbegonnen werk het onkruid te verwijderen, zoveel is het. We besluiten het zo te laten en maar te zien wat er dit jaar van komt. Wederom blijkt dat het ieder jaar anders is. Het vraagt heel veel geduld. Want het is goed gekomen. Het is juli als enkele klaprozen, maar vooral de cosmea opkomt.
En dan ineens, enkele weken later kleurt alles geel: de meisjesogen komen op en uit. En vervolgens de zonnebloemen. Het gras groeit er goed tussendoor, maar het maakt het geheel alleen maar natuurlijker. Er lijken veel meer soorten vlinders te zijn en ook vele bijen, hommels en andere insecten. We hebben helaas geen ecoloog die ons helpt bij het in kaart brengen van de ontwikkeling van insecten, maar het lijkt erop dat dit goed gaat. Veel mensen komen op het informatiebord af dat we plaatsten op 3 plekken en wandelen het pad bij de bloemenweide af om van de weelde te genieten. De bloeiende akkerranden laten wisselende beelden zien. Daar komen in eens veel pioniersplanten op (distels, perzikkruid, melganzevoet). Meer dan vorig jaar. En ja, het riet gooit ook wat roet in het eten. Ook dat is ieder jaar anders. Misschien is dat wel de les van dit jaar: het nemen zoals het komt.